Belasting en beleggen in zilver - DIT MOET JE WETEN!

Beleggen in zilver: belasting in box 3

Omdat het bezitten van zilver wordt gezien als een belegging, moet je deze als vermogen opgeven in box 3 bij de Belastingdienst. Hierin worden de verschillende inkomsten in Nederland uit beleggen en sparen belast. Op 1 januari worden de verschillende waardes van je bezittingen en schulden bepaald in box 3. Heb je meer vermogen dan de maximale vrijgestelde grens van het vermogen? Dan betaal je 1,2% inkomstenbelasting over het vermogen dat boven die vrijgestelde grens ligt.

Belasting in box 3: de werking

Je inkomsten van het sparen en beleggen worden belast in box 3. De schulden trek je af van de totale waarde van je bezittingen, zodat je weet over welk vermogen je belasting moet betalen. Je maakt dus de som: bezittingen – schulden.

Bezittingen

Je begint met het optellen van de waarden van je bezitten, als je je vermogen wilt berekenen. Denk hierbij aan zaken als je:

• Spaargeld, de beleggingen in aandelen, het totale aantal beleggingsfondsen, obligaties en andere beleggingstitels.
• Onroerende zaken (exclusief je eigen woning).
• Rechten op onroerende zaken (bijvoorbeeld het vruchtgebruik).
• Waarden van beleggings- en spaarverzekeringen, die niet in box 1 staan.

Schulden

Daarna tel je je openstaande schulden bij elkaar op. Bij het berekenen van je vermogen gaat het dan om consumptieve schulden, zoals een persoonlijk lening, je schulden van je creditcard of je doorlopende krediet. Je hypotheek, dus de schulden voor je eigen woning, behoren tot box 1 en worden niet van je vermogen afgetrokken.

Je mag je schulden alleen maar verrekenen, wanneer het totaalbedrag hoger is dan €3.000 per persoon. Dit was in voorgaande jaren ook, en kent de naam ‘doelmatigheidsdrempel’ of ‘schuldendrempel’.

Vermogen

Nogmaals, bezittingen – schulden, is je totale vermogen. Je bepaalt voor de fiscus het totale saldo van je schulden en bezittingen, per 1 januari van het belastingjaar waarover je aangifte gaat doen. In voorgaande jaren werd gekeken naar het gemiddelde vermogen van 31 december en 1 januari, maar vanaf het jaar 2011 geldt er nog maar één datum. Als je vermogen is berekend, wordt er eerst het heffingsvrij vermogen vanaf gehaald. Je betaalt inkomstenbelasting over het bedrag wat dan overblijft.